dinsdag 12 november 2013

Het Vondelgymnasium: een bijzondere school!


[Tekst van de toespraak van Wim Ris op de reünie op 9 november 2013, zoals die ook in het speciale nummer van Verselolque te vinden is]


Het Vondelgymnasium: een bijzondere school?
Ruim 6 jaar geleden, geliefde Vondelianen, was dit de titel van de toespraak die onze schoolgenote Katharina Kouwenhoven hield, ter gelegenheid van het tiende lustrum van onze school. Ik heb toen geboeid, maar ook met enige verbazing naar haar observaties geluisterd. Zoals zij het Vondel ervaren heeft, strookte dat niet altijd met mijn ervaringen. En na herlezing van haar toespraak op ons aller favoriete site Oom Joost, ben ik driftig op zoek gegaan naar verklaringen voor deze verschillen. Omdat Katharina mij door haar toespraak enorm hiertoe gestimuleerd heeft, neem ik als eerbetoon aan haar de titel ervan over. Maar met één accentverschil: ik laat het vraagteken weg. Het Vondelgymnasium: een bijzondere school!

In augustus 1961 kwam ik als net twaalfjarige de poorten van het Vondel binnen. Zeven schooljaren later (het vak biologie kreeg pas in mijn tweede eindexamenjaar, onder stimulans van Betty Mock, de belangstelling die het verdiende) mocht ik het Vondel met diploma weer verlaten, samen met de leerlingen die in de klassen onder mij zaten en naar het Barlaeus vertrokken. Anders gezegd: mijn Vondeltijd was van 1961-1968; die van Katharina van 1957-1963. Samen overbruggen wij de hele periode waarin het Vondel bestaan heeft, maar ik sluit niet uit, dat ik in die latere periode wat meer de gelegenheid heb gekregen om een echt product van de zestiger jaren te worden. Of het hier om een gaaf product van die 60-er jaren gaat laat ik aan jullie oordeel over.

Wat was toen ook alweer de tijdgeest? In het begin van die zestiger jaren kwam de naoorlogse generatie (wij dus) op een kritische leeftijd. Wij hadden de armoede en werkloosheid van de jaren dertig en de oorlog niet meegemaakt en hadden daarom vaak weinig begrip voor onze ouders, voor wie de toenemende welvaart iets geweldigs was. Er kwam een houding naar boven van verzet tegen het kapitalisme en de consumptiemaatschappij. Kritiek ook op de Verenigde Staten, waarvoor bij veel van onze ouders juist de dankbaarheid overheerste als onze bevrijders in de 2de wereldoorlog. Door de welvaart en de verzorgingsstaat werden wij onafhankelijker en mondiger dan die oudere generatie en we kozen voor minder ontzag voor autoriteit. Dit leidde er op wat langere termijn toe dat traditionele waarden en normen ten aanzien van seksualiteit, huwelijk en respect voor dat gezag, op de tocht kwamen te staan.

Maar wat was voor mijn leeftijdsgenoten en mij nu nog meer zo bijzonder aan het Vondel? Beslist niet een overvloed aan onderwijsvernieuwingen. In bijna alle lessen werd nogal traditoneel lesgegeven. De docent was vrij veel tot heel veel aan het woord. Je moest af en toe een aantekening maken of letterlijk noteren wat gedicteerd werd en soms zelfs uit het hoofd leren!! Een stukje vertalen vanuit de moderne vreemde taal of een oude in het Nederlands, of als een sommetje was voorgedaan zelf proberen dat in allerlei variaties na te doen. Katharina had in dit opzicht volledig gelijk.

Maar wel heel bijzonder was de open, toegankelijke houding waarmee een flink aantal van onze jonge docenten de leerling benaderden. Zij waren door hun grote vakkennis en brede belangstelling leermeesters in de ouderwetse zin van het woord, maar toonden ook oprechte interesse in hun leerlingen en gaven ons te kennen ook bredere belangstelling te hebben dan hun eigen vakgebieden b.v. op cultureel of sportief gebied.
Dat bleek o.a. uit:

  • een flink aantal deversoria en deversoricula met als gasten b.v. Gerard van het Reve, Louis van Dijk, Jan Wolkers,
  • een boeiend debat tussen pater jezuiet Vlaar en humanist Hans van den Bergh,
  • deelname van docenten aan de sportmiddag van Lien en Jan,
  • meerdaagse boottochten door Nederland,
  • een kamp in Lunteren en een reis naar Parijs zorgden er voor, dat onze docenten (niet allemaal natuurlijk!!) het respect van een goede leermeester genoten, maar ze gaven ons ook het gevoel dichtbij de leerling te staan.

Wij hadden toen vanuit onze contacten met leeftijdsgenoten het duidelijke idee, dat dat op het Vondel veel meer het geval was dan op vergelijkbare scholen. Toen in de laatste Vondeljaren af en toe ook wat oorspronkelijk echte Barlaeusdocenten bij ons kwamen lesgeven, kwamen bij voorbeeld verschillen tussen Barlaeus en Vondel wel erg duidelijk aan het licht, opnieuw een bevestiging van dat idee dus.

Maar er was voor ons jonge Vondelianen nog wat meer aan de hand. Sommigen van onze docenten leken ook positief te staan ten op zichte van de nieuwe maatschappelijke stromingen. Sterkste voorbeeld hiervan was natuurlijk Hans van den Bergh met zijn optredens in het controversiële programma Zo is het toevallig ook nog eens een keer. Inname van een duidelijk linkse levenshouding, burgerlijke ongehoorzaamheid, waarbij hij een politiecontrole saboteerde door verkeersdeelnemers tijdig in te seinen en daar met veel genoegen in de les over vertelde! Zelfs het scheren achterin de klas werd door sommigen gezien als spielerei met de geldende burgerlijke normen en waarden.

Maar ook het kritische leraar zijn van Anton Oskamp was een grote bijzonderheid. Met de klas op huisbezoek, na geboorte eerste kind bij Eddy de Moor of als eindexamenklas, was gewoon een warm menselijke ervaring. In het algemeen moet in mijn ogen de voorbeeldfunctie, die een markant docent heeft en beslist ook de invloed op met name 14-15 jarigen niet onderschat worden. En het zou weleens zo kunnen zijn dat de generatie van Katharina gemist heeft, hetgeen wij gekregen hebben. Gewoon omdat de tijdgeest al een stuk verder gevorderd was en onze jonge docenten in hun ontwikkeling ook!! Ik weet in ieder geval zeker dat veel van mijn leeftijdsgenoten het nog steeds als unieke ervaringen bestempelen.

Sommigen van onze docenten moeten ook zelf geworsteld hebben met traditionele verworvenheden van de burgermaatschappij en enige tijd nodig gehad hebben, voor zij zich konden vinden in uitingen van verzet daartegen. Het was voor velen van ons een openbaring om dat ook af en toe uit hun mond te horen. Ik kan mij nog goed onze docent nederlands Henk van Laatum herinneren, die op school in keurig pak zijn schoolleiderswerk deed en twee jaar later in spijkerpak en met lange haren in ieder geval qua kleding een nieuwe weg gevonden had. Maar ik heb het dan over een waarneming ten tijde van het eind der zestiger jaren en merk bovendien nog op dat veel van het voorgaande betrekking heeft op het midden van die zestiger jaren.

Omdat die docenten ook zelf soms open leken te staan voor de nieuwe maatschappelijke ontwikkelingen, waar ook wij aan onderworpen waren is dat door ons als een zekere steun in de rug voor onze eigen ontwikkeling ervaren. Het in de periode 61-68 opgroeien als leerling op het veilige Vondel, in een historisch gezien toch zeer turbulente periode, heeft op velen van mijn leeftijdsgenoten en mij een onuitwisbare indruk achtergelaten. Die indruk is voor ons van buitengewoon vormende waarde geweest. Het feit, dat gedurende inmiddels vele decennia oud-docenten en oud leerlingen elkaar nog steeds in diverse samenstellingen ontmoeten en het nodige te vertellen hebben, spreekt hierbij boekdelen. Ik ben tot op de dag van vandaag daar nog steeds dankbaar voor en kan dus maar één conclusie trekken:

Het Vondelgymnasium: een bijzondere school!!

Wim Ris

Geen opmerkingen: