zaterdag 6 augustus 2022

Waarom Oom Joost gisternacht niet meer geslapen heeft

Door de week laat Oom Joost na middernacht de radio naast zijn bed vaak nog even aanstaan. Het VPRO-programma “Nooit meer slapen” dat dan op NPO-1 begint, biedt namelijk vaak verrassingen. Afgelopen vrijdagnacht was dat ook weer het geval. Lotje IJzermans ging toen in gesprek met oud-Vondeliaan Kees Hulst. Aanleiding was de nieuw uitgekomen film “Vaders & Zonen” waarin Kees een soort invalvader speelt.
Wie wil weten waarom een invalvader nodig was en hoe die rol werd ingevuld, moet beslist het gesprek beluisteren. Maar voor Vondelianen is er nog een speciale reden om het gesprek nog eens af te luisteren. Het is namelijk erg leuk om te horen hoe enthousiast Kees over zijn tijd op het Vondel vertelt. Te horen hoe vormend ons toch wel bijzondere schooltje volgens hem voor zijn verdere leven is geweest. En om dit terug te luisteren hoef je niet tot na middernacht op te blijven ......

woensdag 16 september 2020

Mooi initiatief van Betty

Nog geen aankondiging van het deversorium met Betty Mock, maar wel een interessant artikel over haar in Het Parool van 2 september. Betty's tamelijk recente ontdekkingen over de geschiedenis van haar onderduikouders, had tot een prachtig initiatief geleid dat nu uiteindelijk gerealiseerd is. Maar lees daarover vooral het artikel uit Het Parool hieronder.



[Met dank aan Frans Boom]

dinsdag 16 juni 2020

Zoom-zoom-zoom

Aan de gezichten op deze schermfoto kun je dat misschien niet meteen afleiden, maar de deelnemers aan Oom Joost's eerste deverzoomium waren na afloop uiterst enthousiast. Dat blijkt wel uit de uitspraken in de mailtjes die Oom Joost meteen na afloop ontving:
  • Dat was heel erg leuk, heel veel dank.
  • Op deze manier ben ik meer over anderen te weten gekomen dan bij welk Deversorium dan ook. Als het niet anders kan, zeker voor herhaling vatbaar.
  • Zelfs als het anders kan, ben ik voor herhaling en zeker als er een Deversorium georganiseerd kan worden waarbij de ‘buitenlandse Zoomers’ ook aanwezig kunnen zijn.
  • beetje reunieachtig... en inderdaad.. je leert schoolgenoten kennen buiten je kringetje.
  • Leuke en fijne bijeenkomst.
  • Ik lijk net wat bozig te kijken, maar dat weerspiegelt niet mijn gemoed op dat moment. Het DeverZOOmium was perfect georganiseerd en ik had dit niet willen missen.
  • Jullie hoorden me niet, maar omdat ik alles kon volgen, vond ook ik het een prachtig initiatief. Het was m'n eerste zoomsessie, zodat ik nog niet wist aan welk knoppen ik kon/moest draaien om me verstaanbaar te maken
De wegblijvers hadden dus ongelijk (om maar weer eens een gemeenplaats te gebruiken).
Dat zich voor dit deverzoomium uiteindelijk maar 20 Vondelianen hadden aangemeld was voor organisator Eric Sieverts aanvankelijk wel wat teleurstellend. Maar achteraf bleek dat kleine aantal onmiskenbaar zijn voordeel te hebben, want met 20 mensen werden het levendige gesprekken waar bijna iedereen aan meedeed (behalve Frans, wiens microfoon we niet aan de praat kregen). De uitspraken dat men meer van anderen te weten was gekomen, dan bij welk voorgaand (fysiek) deversorium dan ook, sprak wat dit betreft wel boekdelen. Als moderator hoefde Eric er dan ook nauwelijks sturing aan te geven. Het reservemateriaal dat hij klaar had staan voor het geval het gezelschap stil zou vallen, hoefde dus niet te worden opgestart (wat op zich ook wel jammer was). Oom Joost begint zich nu wel zorgen te maken of dit een volgende keer weer zo goed gaat, als vanwege dit succes dan ineens 60 Vondelianen zouden willen meepraten ....
Het mooie van deze virtuele samenkomst was verder natuurlijk nog dat Anouk (Hanneke) Dekker vanuit Californië en Dick Erdmann vanaf Curaçao meededen - toevallig ook nog oude klasgenoten. Heel leuk jullie ook gezien en gesproken te hebben.

Dus wie weet komt er nog wel een Deverzoomium, voordat we weer fysiek bij elkaar kunnen komen om alsnog naar de lezing van Betty Mock te komoen luisteren.

PS: Dit keer begonnen we niet met ons schoollied, maar met "Lang zal ie leven" vanwege Ben's verjaardag. Via Zoom bleek het jammer genoeg nog te moeilijk om dat meteen al goed te synchroniseren.....
"Hallo ... hallo Frans ... zeg eens wat ..... Frans! ik hoor je niet ...."  [foto: Frans Boom]

zondag 24 mei 2020

Coronastilte eindigt 7 juni

Het is een hele tijd stil geweest op deze weblog. Terwijl drie maanden geleden in een directe mail aan belangstellenden toch al weer een deversorium was aangekondigd. Betty Mock, ouddocente biologie, zou op 5 april een lezing verzorgen. Maar nog voordat we dat ook hier konden melden, had de coronacrisis roet in het eten gegooid. We mochten niet meer met zoveel - intussen ook nog bejaarde - personen bij elkaar komen. En de nieuwe ruimere lokaliteit, waar het deversorium dit keer voor het eerst zou plaats vinden, had om dezelfde reden zijn deuren moeten sluiten.
Die zaal, in het "Paleis van de Weemoed", hemelsbreed nog geen 200 meter bij ons aloude café Batavia vandaan, moeten we dus nog even bewaren, tot de coronagevaren zover geweken zijn dat we weer met 40 of 50 mensen mogen samenkomen. En vooral houden we Betty Mock natuurlijk in reserve tot die betere tijden.


Maar intussen is wel een alternatief bedacht. Via de intussen alom bekende online dienst Zoom gaan we op zondag 7 juni vanaf 4 uur het experiment aan om gezellig samen te videoborrelen. Social distancing in het extreme, onder het ludieke etiket deverzoomium. In onze laatste nieuwsbrieven (hier en hier) stond daar al uitgebreide informatie over.
Behalve het overduidelijke voordeel dat we bij deze bijeenkomst geen gevaar lopen besmet te raken, zelfs zonder mondkapjes voor, is er nog een bijzonderheid die bij een fysieke samenkomst in het "Paleis" niet zo makkelijk gerealiseerd had kunnen worden. Deze keer zullen namelijk Anouk (Hanneke) Dekker vanuit Californië en Dick Erdmann vanaf Curaçao deelnemen. En wie weet welke andere verre buitenlanders zich nog aanmelden als ze hiervan horen.

Had je de nieuwsbrief gemist, maar wil je wel komen, dan kun je je hier aanmelden.

donderdag 13 februari 2020

Annebel over het vorige deversorium (30 november 2019)

[De meestal door Oom Joost ingehuurde reporter had het laatste deversorium - door eigen stomme schuld - gemist. Gelukkig bleek Annebel Venmans bereid er alsnog wat over te schrijven. De foto's zijn weer van Frans Boom.]

Een jaartal al weer verschoven en een nieuwe lezing aangekondigd. Maar hoe was de vorige dan ook al weer? Ik zou een verslagje schrijven. Beetje lastig omdat ik alleen de tweede helft meemaakte en een beetje laat omdat ik van Sinterklaas tot nu worstel met luchtweg infecties die alle energie bij me wegvreten. Ik mag hopen dat Ciara de virussen uit de lucht heeft geblazen. Een verslag, zegt de leraar Nederlands in mij, moet objectief zijn. Maar ik weet niet of dat op alle fronten zal lukken. Te zakelijk voor het gezelschap, vind ik. Wat ik niet vind, maar wat wel zo was: de plaats was café Batavia, het gezelschap vormden een deel van de oud-Vondelianen en de spreker was schoolgenoot Marian Beudeker, arts in ruste, maar wat is rust. De perfecte organisatie was in handen van Wim Ris. Dan hebben we dat maar gehad.


Alle deversoria van de laatste paar jaar waren succesvol. Alleen al om het weer even samenzijn, het kletsen met oude vrienden en het al kletsende tafelen. De lezing is dan de kers op de taart. Steeds waren er meer aanmeldingen dan er plaats was in het kneuterige zaaltje achter de caféruimte. Ik neem aan dat dat de reden is voor het uitwijken naar een andere plek. Geeft niet, de mensen maken het gezellig, niet de ruimte. Wie laat komt krijgt een stoel vooraan, is mijn ervaring. Bof ik dus.

Het onderwerp van de lezing was best gewaagd in dit ouder wordende gezelschap. Euthanasie en de discussie daarover is al lang niet meer iets wat in het leven geroepen is voor ernstig lijdende zieken, veelal kankerpatiënten. Dat is eigenlijk wel goed geregeld in Nederland, vindt de commissie Schnabel, vindt arts Marian, vind ik. Dat het toepassen van euthanasie ook onder die omstandigheden voor patiënt en arts niet zomaar een dingetje is legde Marian ons uit. Dat je als zieke ondanks pijn de neiging hebt om het moment van afscheid uit te stellen, snap ik, ook al zal dat niet voor iedereen gelden. Mourir is heel erg partir tenslotte. Dat maakt het ook moeilijk voor de arts die het verzoek uit moet voeren. Ik denk dat het heel belangrijk is dat Marian ons daar duidelijk op wees. Bloeddruk opnemen is heel iets anders dan dit. Het is fijn om dat uit de mond van een arts bevestigd te krijgen, dat ook de uitvoerder zich bewust is dat het om een heftig en diep menselijk moment gaat. Twijfelde ik daar dan aan? Nou, nee, of misschien soms een beetje. Maar die twijfel is pas ontstaan met het D66 wetsvoorstel omtrent uitbreiding van de euthanasiewetgeving. In cijfers en diagrammen lijkt de wereld buitengewoon grijpbaar en begrijpelijk. Dat is prettig. Marian had dat paraat en kon zo op een rustige en in zekere zin afstandelijke manier over een heftig onderwerp spreken. Het werd uit haar verhaal ook wel duidelijk dat er eigenlijk weinig problemen zijn met de huidige wetgeving, enkele streng orthodoxe groeperingen daargelaten.

Maar nu leven we in een wereld waar opeens vraag is naar euthanasie bij het gevoel van een "voltooid leven", zonder dat er sprake is van fysiek lijden. Angst voor ernstige dementie/Alzheimer speelt daarbij een belangrijke rol. Vertaald is dat angst om niet "waardig" te kunnen sterven. Maar ook ernstig psychisch lijden zou door de dood beëindigd moeten kunnen worden. In de media wordt er dagelijks aandacht aan besteed. Knap vond ik het dat Marian in haar lezing dit benoemde, opnieuw wees op de moeilijke rol voor de arts in zo'n proces. Ze wist ook moeiteloos te benoemen dat een euthanasieverklaring zo lastig is. Niet het opstellen ervan, maar het moment van het opstellen. Je bent of te vroeg, of te laat. Een "zinloos vod" noemt arts/filosoof/schrijver Bert Keizer het. (Overigens in een artikel waarin hij zich verder behoedzaam en genuanceerd uitdrukt). Toch maar met je huisarts overleggen, raadde Marian aan. Ik heb het nog niet gedaan, maar erover nadenken geen gebrek. Want bijvoorbeeld het hellend vlak. Het kwam kort ter sprake in de lezing, en dat was goed. We hebben de neiging onze schouders er over op te halen, maar ik ben er niet van overtuigd dat dat geen rol zal spelen. Druk uitoefenen op beslissingen gebeurt, en vaak niet eens met slechte bedoelingen, maar gewoon omdat het kan. Marian ging daar verder niet op in. Terecht, het zijn discussies waar we nog lang niet uit zijn. Knap dat haar verhaal neutraliteit wist te koppelen aan de emotie die bij haar vak hoort. Het politiek gekrakeel was van een andere orde dan het verhaal dat ze aan ons kwijt wilde. En die "ons" was nou net de groep waarvoor het allemaal zo dichtbij lijkt te komen. Er kwamen ook wel wat kreten uit de zaal, maar de spreker hield in alle rust vast aan haar verhaal, napraten tijdens de gezamenlijke maaltijd kon altijd nog.


Oudere mensen zijn we geworden, en hoe mooi dat we elkaar als Vondelmensen van tijd tot tijd weer zien, en samen eten, en samen praten. Mens ben je in samenhang met andere mensen.
Dat zegt ook Bert Keizer in zijn column in Trouw, 20-12-2019. Ik sla veel over uit zijn verhaal, maar de laatste regel is: `Je sterft pratend met je dierbaren, en dat betekent dat zij ook uitgebreid aan het woord komen`.
Laten wij nog vaak samen eten en praten. Laten we kortom het leven vieren. Dank Marian voor je verhaal dat tot nadenken en napraten stemt.

Annebel Venmans

dinsdag 24 september 2019

Een volgend Deversorium met Marian Beudeker

Het is Oom Joost weer gelukt.
Na het bijzonder geslaagde deversorium van 19 mei jl. met Hessel Boerboom is toegezegd het aantal deversoria per jaar van één naar twee te verhogen. Om dit streven kracht bij te zetten is de volgende bijeenkomst inmiddels vastgesteld!
Op zaterdag 30 november a.s. zal dat plaatsvinden met als spreker Marian Beudeker.
Onderwerp: Dilemma’s rond het levenseinde.
Het wordt gehouden in het ons welbekende Café Batavia aan de Prins Hendrikkade 85 te Amsterdam (t/o het Centraal Station, naast de St. Nicolaaskerk).
Aanvang 15.00 uur
Na afloop, zo rond 18.00 uur, is er weer een gezamenlijke maaltijd, naar verwachting in de vorm van een Surinaams buffet. Kosten voor deze maaltijd bedragen € 25,00 p.p. Vanaf heden is intekenen voor deversorium en maaltijd weer mogelijk en gewenst. Uiteraard naar mijn nieuwe e-mailadres oomjoost@oomjoost.nl . Er zijn maximaal 40 plaatsen beschikbaar en bij overtekening geldt de volgorde van inschrijving en BETALING!! Zorg er voor, dat je zo spoedig mogelijk jouw bijdrage (€25,00 ) hebt overgemaakt op rekening van één van mijn trouwste steun en toeverlaten: Frans Boom te Duivendrecht op nummer: NL91INGB 0000939282 o.v.v. DEVERSORIUM 30/11.



Van Marian kreeg ik op mijn verzoek nu al de volgende informatie over haar lezing:
Dilemma’s rond het levenseinde.
"Sinds 1980 heb ik vele malen euthanasie uitgevoerd. Vanaf 2001 ben ik bij veel euthanasieën betrokken geweest als SCEN-arts (SCEN is Steun en Consultatie Euthanasie Nederland). Gedurende zeven jaar ben ik docent geweest aan de opleiding van SCEN-artsen en de laatste jaren ben ik zijdelings betrokken geweest bij de Levenseindekliniek als begeleider van intervisiebijeenkomsten voor artsen en verpleegkundigen. Vanuit deze ervaring zal ik proberen een overzicht te geven over de ontwikkeling van het denken over euthanasie bij Nederlandse artsen. Ik zal ingaan op de wet toetsing levensbeëindiging op verzoek( de “euthanasiewet”) waarin de zorgvuldigheidseisen voor euthanasie zijn geformuleerd en op de juridische consequenties van deze wet. Ik zal aandacht besteden aan euthanasie bij dementie, bij psychiatrische patiënten en de betekenis van een wilsverklaring. Daarna zal ik een aantal dilemma’s ter discussie stellen, zoals die blijken uit de recente vervolging van een specialist ouderengeneeskunde in verband met een euthanasie bij een wilsonbekwame demente vrouw en de discussie over euthanasie bij voltooid leven."
Tevens stuurde Marian onderstaand overzicht van haar activiteiten op dit gebied:
CV MARIAN BEUDEKER
1969 tot 1977: geneeskunde aan de UvA
1978 tot 1983: opleiding algemeen internist Wilhelmina Gasthuis
1983 -1986: oncologie en hematologie in het Dijkzigt Ziekenhuis Rotterdam
1987-1990: oncologie in AMC
1991: verhuisd naar Zeeland
1991-2001: vrijgevestigd internist in Ziekenhuis Vlissingen met nadruk op oncologie en hematologie
2002: postdoc opleiding ethiek in de Zorgsector in Nijmegen
2001- 2018: diverse functies, waaronder waarnemend internist, contactpersoon ziekenhuis en huisartsen, consulent voor verpleeghuisartsen, SCEN-arts, opleider SCEN-artsen, vormgever en deelnemer palliatieve zorgproject Zeeland, Hospicearts, begeleider intervisiebijeenkomsten Levenseindekliniek
2012-2016: Opleider specialistverpleegkundigen aan Fontys in Tilburg
Oktober 2018: uitgeschreven uit BIG-register
Nu woon ik midden op Walcheren met uitzicht over de akkers tot aan de horizon. In een huis vol boeken, met een grote keuken, een grote tuin en een blije hond.

Oom Joost verheugt zich nu alweer op deze bijzondere bijeenkomst, waar hij weer velen van jullie hoopt terug te zien.

PS: Oom Joost verstuurt tegenwoordig ook af en toe een nieuwsbrief De laatste twee kun je [HIER] en [HIER] nog teruglezen. Aanmelden om komende nieuwsbrieven automatisch toegestuurd te krijgen kan [HIER].


Valete
Jullie toegenegen Oom Joost

Vroeger aan de Jozef Israëlskade
Nu alleen nog op mijn weblog https://oomjoost.blogspot.com/
en op mijn oude website https://sites.google.com/site/oomjoost/

zondag 8 september 2019

Anton Oskamp


Helaas zijn Oom's berichten de laatste tijd niet altijd heel vrolijk. Gezien de leeftijd van het Vondelgymnasium is het niet verwonderlijk dat langzamerhand ook de laatsten van onze docenten komen te overlijden. Dit keer is het Anton Oskamp waarvan we een overlijdensbericht tegenkwamen.

Anton was één van de weinige docenten die in die hoedanigheid ook landelijke bekendheid kreeg. Hij was namelijk medeauteur van het destijds nogal ophef veroorzakende "Rode boekje voor scholieren". Voor degenen wier geheugen even opgefrist moet worden, citeert Oom Joost hieronder een paar passages uit wat de Wikipedia over het boekje schrijft:
Het rode boekje voor scholieren was een westerse variant op het Rode Boekje met citaten van Mao Zedong. Het werd geschreven (eerste druk september 1970, (ISBN 90 229 5062 X) door drie kritische Nederlandse leraren, Claartje Hülsenbeck, Jan Louman en Anton Oskamp. Het kwam tot stand in navolging van "Den lille røde bog for skoleelever" (1969 Kopenhagen), die het schoolleven van binnenuit wilden veranderen door leerlingen autonomie in denken en handelen bij te brengen. Ze keerden zich tegen 'zo hoort het', 'zo zijn de regels' en het negeren van in hun ogen belangrijke maatschappelijke onderwerpen. Talloze scholieren hadden het boekje in hun schooltas of 'pukkel'.

Het rode boekje voor scholieren kwam mede voort uit verzet tegen de heersende normen op allerlei gebied, geheel in lijn met de tijdgeest. In 1968 was een omslag in de jeugdcultuur begonnen met grote studentendemonstraties in Parijs; ......

Het Boekje sloot bij deze omslag aan en stimuleerde jongeren zich een nieuwe moraal eigen te maken; masturbatie, vrije seks en homoseksualiteit werden bijvoorbeeld uit het 'verdomhoekje' gehaald. Maar ook over softdruggebruik (hoe rol je een joint?), de relatie met leraren en ouders, spijbelen, spieken en zitten-blijven werd leerlingen een nieuwe manier van denken bijgebracht. Na de verschijning in Nederland in september 1970 steeg het boekje meteen naar de hoogste plaats van de bestsellerlijst. In maart 1971 werd een totale oplage bereikt van 140.000 exemplaren.

Foto: Hessel Boerboom (ca. 1967)
Voor ons is natuurlijk interessanter hoe Anton als docent was. Ed de Moor vertrouwde Oom Joost ooit eens toe dat hij destijds zeer onder de indruk was geweest van een les van Anton die hij - intussen al op het Barleaus - had bijgewoond. Maar wat een leerling van destijds - Annebel Venmans - naar aanleiding van zijn overlijden schreef, is misschien nog wel veelzeggender:
Ach, Anton Oskamp. Hoe graag had ik deze leraar nog eens terug willen zien op onze reünies. Met een flinke dreun in mijn zelfvertrouwen, vooral wat betreft het vak Nederlands, kreeg ik hem als docent toen ik voor de tweede maal in de vijfde klas belandde. En wat heeft hij me weer fantastisch op de rails weten te zetten. Nederlands werd weer een vak om van te houden. Ik kon het, en keer op keer gaf hij mij die zekerheid. Uiteindelijk is het mijn eigen vak geworden, en dat had ik hem graag nog eens verteld. Maar hij verdween uit het zicht en wilde kennelijk ook later niet opnieuw contact met het Vondel. Maar ik koester zijn inspiratie. Regelmatig denk ik terug aan de nagespeelde rechtszaken waardoor we leerden argumenteren, aan zijn soms warrige maar altijd bijzondere poëzie lessen, aan de boeken die je door hem ging lezen. En dat hij je altijd in je waarde liet. Dat, en het brilletje, en de sigaretten...
Dank Anton Oskamp, ik hoop dat je een goed leven hebt gehad.
Annebel.
Foto: Frans Boom (Parijs-reis 1967)

zaterdag 20 juli 2019

De gamelan van Ernst Heins


Ernst Heins, de dirigent van het Vondel schoolorkest en het schoolkoor blijkt zeer onlangs te zijn overleden. In de Volkskrant stond een lezenswaardig in memoriam. Hierboven de kop van dat artikel uit de webversie. Een paar passages uit de tekst zullen we hieronder citeren. Maar eerst een korte bijdrage van Annebel Venmans:

We hadden maar een klein schoolorkestje, dus dat zal wel een hele uitdaging voor meneer Heins geweest zijn. Maar hij wist toch lastige combinaties van blokfluit, hobo, klarinet, viool, één cello en piano tot een soort geheel te kneden. En we hàdden een schoolorkest. Mijn latere ervaring in het onderwijs leerde dat dat niet eens standaard het geval is. Dag maestro, ik bewaar goede herinneringen aan ons makeshift orkest.
Annebel.

En dan een paar passages uit het Volkskrant-artikel:

Een originele gong uit Jogjakarta, die vanaf 1956 werd gebruikt om het NOS Journaal te openen, fascineerde etnomusicoloog Ernst Heins. In 1988 had de NOS de gong afgeschaft, maar zeven jaar later klopte componist Stephen Emmer bij hem aan. De NOS wilde de gong terug. Of hij de originele nog wist? Die lag in de kelders van het Tropenmuseum, zo wist hij. ‘Er bleek alleen een scheurtje in te zitten. Toen ik het geluid elektronisch bewerkte, vond de NOS het klinken als een omgevallen bord soep. Uiteindelijk hebben we toen een nieuwe gong uit Bali gebruikt’, herinnert Emmer zich.
...
Na het Barlaeus Gymnasium ging Ernst Heins muziekwetenschap studeren aan de UvA waar Jaap Kunst hoogleraar was. Nadat hij was afgestudeerd ging hij in diens voetsporen naar Java en later de andere eilanden om gamelanmuziek te bestuderen en vast te leggen. Doel was het vak etnomusicologie dat toentertijd was ondergebracht bij letterkunde, te verrijken met inzichten uit de antropologie en linguïstiek. ‘Het ging hem niet alleen om de noten. Hij wilde de muziek ook in de sociale context plaatsen. Hij stimuleerde studenten om veldwerk te doen’, vertelt Rokus de Groot, emeritus hoogleraar muziekwetenschap, die bij hem studeerde en later zijn assistent werd. ‘Hij was een markante man.’
Volgens zijn dochter Marleen Heins leidden zijn vernieuwingen tot aanvaringen met het bestuur van de letterkunde-faculteit. Die dreigde in de jaren negentig de studie etnomusicologie op te heffen, met bezuinigingen als excuus. Heins klom op de barricaden. Hij laakte ‘de misselijk makende management-coterie van huidige faculteitsbestuurders’. Uiteindelijk wist hij het vak voor de UvA te behouden.

De passages over Heins' liefde voor de gamelan, zorgden ook nog voor enige discussie onder een groepje Vondelianen, of we ooit met Vondel-klassen gamelan gespeeld hadden in het Tropenmuseum. Dat leverde een interessante herinnering van Annebel op:

Ik herinner me ook een bezoek aan het Tropenmuseum (dat mijn oma, die er tegenover woonde, hardnekkig "het koloniaal" bleef noemen, kom daar nog eens om). Ik herinner me ook dat we daar knielend op de gamelan mochten spelen . Op basis van het Volkskrantartikel moet dat wel onder leiding van de gamelankenner Heins geweest zijn. Wat een bijzondere man en wat een mooie carrière uiteindelijk. Ik realiseer me nu dat ik me vaag de ruzie met de UvA herinner, en toen dacht dat het vast onze meneer Heins was die zich tegen opheffing van de ethnomuziekafdeling verzette.

Jammer genoeg was in het Vondelarchief geen fotografisch bewijs van dat gamelan spelen te vinden.

zaterdag 6 juli 2019

Neuropsychoanalyse: Hessel Boerboom vertelde ons er alles over.


Op 19 mei is er weer een Deversorium geweest. Door vakantie was Oom Joost nog niet eerder in de gelegenheid daarover te rapporteren. Dit keer was het Hessel Boerboom die een enthousiasmerend verhaal hield over Neuropsychoanalyse. Hoewel het onderwerp al veel langer zijn interesse had, was hij pas na zijn pensionering in de gelegenheid zich daar uitgebreider in te verdiepen. Over het hoe en waarom van die interesse laat ik Hessel graag zelf aan het woord:
In mijn tijd op het Vondel (1961-1969) verschoof mijn “beroepskeuze” van archeoloog naar psychoanalyticus. De tijdgeest hielp: psychoanalyse was in de mode, de generatie van ‘68 werd geïnspireerd door Marx en Reich, een linkse leerling van Freud, de “uitvinder” van de psychoanalyse. Dus koos ik voor psychologie als studie, aan de UvA.
Dat viel tegen. Ik was niet de enige, die voor die studie koos. Er was geen collegezaal groot genoeg om alle eerstejaars te bergen. En Freud mocht dan wel populair zijn in de literaire wereld, als wetenschapper was hij hoogstens vanuit de geschiedenis interessant. Zeker, hij had interessante theorieën geformuleerd en er waren veel psychoanalytici die therapieën verkochten, maar wetenschappelijk klopte er niet veel van. Het grootste verwijt was dat zijn theorieën niet falsifieerbaar waren. Elke jongen wil met zijn moeder naar bed (Oedipus) en als je dat niet wou dan was het omdat je die wens verdrongen had. Als je de duiding van je droom van de psychoanalyticus aanvaardde had hij gelijk, als je het ontkende was dat weerstand en had hij daarom gelijk.
De studie ging niet best… ik moest veel leren waar ik niets in zag ( kunnen duiven tot tien tellen?) en moest afleren waar ik veel in zag. Ik strandde uiteindelijk in 1979 op het tentamen psychodiagnostiek (homoseksualiteit is een geestelijke afwijking) en kreeg de kans om in de politiek mijn brood te verdienen.
En na een vervolgens succesvolle ambtelijke carrière kon ik in 2013 met pensioen en mijn oude liefde: de psychoanalyse weer oppakken. In september van dat jaar las ik een artikel van ene Mark Solms met de opwindende titel: “Das bewusste Es”. En hij had daarover gesproken op een Neuropsychoanalytisch congres.
Neuropsychoanalyse? Wat was dat?
Daar ben ik de afgelopen 5 jaar achter gekomen…en omdat jullie destijds, in mijn “psychoanalytische tijd” mijn “leeromgeving” waren, leek het me leuk om jullie nu weer als “leeromgeving” tegen te komen en mijn kennis net als toen, te delen.

Na deze introductie bleef Hessel voor en na de pauze nog geruime tijd aan het woord. Daarbij kwam meer aan de orde dan Oom Joost hier in een verslagje kan reproduceren. Voor wie de grote lijn van Hessel's verhaal toch nog eens rustig wil doornemen, is daarom zijn presentatie hier ook beschikbaar.

Spijt dat je dit deversorium hebt gemist of dat het al was volgeboekt? Houdt onze toekomstige aankondigingen goed in de gaten, zodat je er de volgende keer wel bij kunt zijn en bij de traditionele maaltijd na afloop nog uitgebreid met je oud-schoolgenoten kunt napraten.



maandag 22 april 2019

Heinz komt eindelijk op het witte doek

Ter gelegenheid van het uitkomen van de film over stripkater Heinz van René Windig en Eddie de Jong, werden beide Vondelianen 17 april in De Volkskrant geïnterviewed door Rob van Scheers. Om jullie lekker te maken hier vast het begin van dat interview.

De grote droom van striptekenaars René Windig en Eddie de Jong komt deze week uit: hun humeurige kater Heinz komt naar het witte doek. De weg ernaartoe bleek geen makkie.

Helemaal Heinz, dit. Wie op bezoek wil bij de studio van tekenaar René Windig zal zich eerst een weg moeten banen door de smeulende resten van de tolerante stad die Amsterdam ooit wilde zijn. Meuten Chinezen, grommende scooters, blowende Italianen, dronken Britten en joelende hooligans van divers pluimage – je vindt deze gezelligheid allemaal terug op de Oudezijds Voorburgwal.
Het is maar goed dat Heinz, een populaire strip over een humeurige rode kater, dit grootstedelijk inferno voor de eeuwigheid heeft vastgelegd. Over twintig jaar zal niemand zich dit Amsterdamse decor meer kunnen voorstellen, maar voor de kater is het zijn natuurlijke habitat, zo op en rond de Wallen. Althans, de Wallen uit het tijdperk van voor de buurt-regisseurs en het cameratoezicht.
‘Viel het een beetje mee?’, informeert Windig (67) beleefd. ‘Vanaf een uurtje of 5 wordt het helemaal een pandemonium, dus je treft het.’ De studio en het woonhuis erboven bevinden zich aan een hofje, dat schuilgaat achter een intimiderend zwaar hek. Het is een oase van rust in een gek geworden stadscentrum. ‘Eddie komt eraan, hoor.’
Eddie is Eddie de Jong (68), al ruim vijftig jaar Windigs partner in crime. Ze kennen elkaar sinds de middelbare school, het Amsterdamse Vondelgymnasium. Samen creëerden ze Heinz, de ballonstrip waarin de kater vanaf 1987 in drie of vier plaatjes over de pagina’s van Het Parool of andere dagbladen banjerde. Heinz bouwde al snel een cultus om zich heen, en er verschenen een stuk of veertig boekjes en albums. Heinz schopte het zelfs tot een deftig verzameld werk van vijf kloeke delen: Heinz van H tot Z. De laatste hardcover van 328 pagina’s dateert van 2018.

Petrus

De strip is volbracht. In de allerlaatste plaatjes zien we Heinz voor de hemelpoort, maar Petrus laat door middel van een bordje (‘Ben zo terug!’ P.) weten er even niet te zijn. Uiteindelijk besluit Heinz nog maar wat langer in zijn geliefde Amsterdam rond te lummelen.

Open einde, maar van nieuwe avonturen zal het niet meer komen. Nooit meer op zondagavond bij elkaar over de vloer om de strip voor de rest van de week te plannen. Nooit meer zuchten of maar even helemaal zwijgen als de eerste een grap voorstelt, en de tweede meent dat-ie nog moet worden aangescherpt. Nooit meer al die lol ook, de jongensachtige pret die het verzinnen van Heinz het duo gaf.

‘Nou, na het inkleuren van circa 15 duizend stripstroken hebben we het op zeker moment wel gezien’, weet De Jong die inmiddels met een sixpack Heineken is komen binnenvallen. Slechts één ambitie restte nog: Heinz moest en zou zijn eigen animatiefilm krijgen.
Het duurde even, de eerste plannen dateerden van 2001, maar verdomd: deze week gaat Heinz in première. De filmwereld bleek echter anders dan vooraf gedacht.
......


Het vervolg ook lezen? [Klik dan hier voor het originele artikel]

En intussen is er ook al een recensie in De Volkskrant.